Sint-helenafazantje

Estrilda astrild

Het Sint-Helenafazantje komt van oorsprong voor in grote delen van Afrika. Ook op de omliggende eilanden zijn ze in hun natuurlijk habitat te zien.

Gedrag en huisvesting

Sint-Helenafazantjes kunnen prima samengehouden worden met ander tropische vogels. Zo kunnen ze gehuisvest worden in een buitenvolière met een tocht- en vorstvrij nachthok. Ook is het mogelijk om de vogels per koppel te huisvesten in ruime broedkooien. Wanneer de vogels gehuisvest worden in een gezelschapsvolière kan deze het best goed beplant zijn.

 

Voeding

Als hoofdvoer wordt een zadenmengsel voor tropische vogels verstrekt. Dit wordt aangevuld met een mengsel van eivoer en universeel paté. In het broedseizoen kunnen eventueel buffalowormen  worden verstrekt. Aan te raden is om trosgierst aan te bieden als er jongen zijn. Dit is makkelijk te pellen en zorgt er voor dat de jongen eerder zelfstandig zijn. Ook maagkiezel en grit mogen niet ontbreken. Natuurlijk dienen ze iedere dag voldoende schoon drinkwater te krijgen en regelmatig een badje.

Kweek

Als nestgelegenheid voldoet een halfopen nestkastje. Hierin zal met behulp van kokosvezel, wol, sisaltouw en dergelijke een nestje worden gebouwd. Indien er voldoende struiken in het verblijf aanwezig zijn zullen de vogels hier een nest in maken. Nadat het nest gebouwd is worden er door het popje gemiddeld 4-6 eitjes gelegd. Deze worden vervolgens door zowel de man als pop bebroed. Na een broedtijd van 12 dagen is het eerste jong te verwachten. Vervolgens duurt het nog drie weken voordat de jongen het nestverlaten. In deze periode is het noodzakelijk dat de vogels voldoende dierlijke eiwitten kunnen opnemen. Twee weken na het uitvliegen zijn de jongen zelfstandig.

Geslachtsonderscheid

Op het oog lijken de man en pop vrij veel op elkaar. Echter wanneer men beter naar de vogels kijkt blijkt dat de man een langere rode oogstreep heeft. Ook de rode buikvlek bij de man is groter en helderder van kleur.