Bichenowastrilde

Taeniopygia bichenovii

De bichenowastrilde heeft zijn verspreidingsgebied in het noorden van Australië. Door de strakke tekening is de bichenowastrilde een opvallende verschijning.

Gedrag en huisvesting

Bichenowastrildes zijn kleine levendige vogeltjes die redelijk verdraagzaam tegenover andere vogels. Men dient rekening te houden met het benaderen van de vogels doordat ze vrij snel in de stress raken.  Zowel een buitenvolière met een geïsoleerd nachthok als een broedkooi of binnen volière voldoen. De bichenowastrilde is vrij gehard alleen dient te beschikken over een vorst en tochtvrij nachtverblijf. Indien men kiest voor het paarsgewijs huisvesten in broedkooien dienen deze een minimale afmeting van 50 cm te hebben, liever groter.

Voeding

Als hoofdvoeding wordt een zadenmengsel voor tropische vogels verstrekt. Dit wordt aangevuld met een mengsel van eivoer en universeelvoer. Wanneer er jongen zijn wordt aangeraden om dierlijke eiwitten in de vorm van buffalowormen te verstrekken. Maagkiezel en grit evenals schoon drinkwater mogen niet ontbreken. Het regelmatig verstrekken van een badje wordt gewaardeerd.

Kweek

Als nestgelegenheid kunnen zowel tralienestkastjes als halfopen nestkastjes aangeboden worden. Hierin in wordt een nestje gemaakt met behulp van kokosvezel en sisaltouw. Indien de vogels gehuisvest zijn in een beplante volière zal het nest in de beplanting worden gebouwd. Gemiddeld legt het popje 4 – eitjes welke 12 dagen bebroed worden door zowel de man als de pop. Met een leeftijd van drie weken verlaten de jongen het nest. Vervolgens duurt het nog een tweetal weken voordat de jongen zelfstandig eten.

Geslachtsonderscheid

Het onderscheiden van de man en pop is niet eenvoudig. Over het algemeen zijn de masker- en borstranden bij de man feller dan bij de pop.