Japans meeuwtje

Lonchura domestica

Het Japans meeuwtje komt in de vrije natuur niet voor. Dit komt doordat hij ontstaan is uit de domesticering[1] van het spitsstaart bronzemannetje. Waarschijnlijk is deze ook gekruist met andere bronzemannetjes.

Gedrag en huisvesting

Het Japans meeuwtje is zeer vreedzaam en hierdoor uiterst geschikt voor in een gezelschapsvolière. Een buitenvolière met een tocht- en vorstvrij nachthok voldoet aan de eisen. Ook is het mogelijk om te kweken in broedkooien met een maat van ten minste 40x40x40.

Kweek

Als nestgelegenheid kan zowel een halfopen nestkastje als een tralienestkastje gebruikt worden. Hierin wordt met behulp van kokosvezel, sisaltouw en andere materialen een nestje gemaakt. Vervolgens worden er 4-7 eitjes gelegd. Deze worden door zowel de man als de pop bebroed. Na een broedtijd van ongeveer 18 dagen komen de jongen uit. Vervolgens duurt het nog een drietal weken voordat de jongen uitvliegen. Op een leeftijd van 4 à 5 weken zijn de jongen zelfstandig. Ook kunnen de Japanse meeuwtjes zeer goed als pleegouders worden ingezet voor andere kleine tropische vogels.

Voeding

Een zadenmengsel voor tropische vogels voldoet als hoofdvoer. Dit wordt in het broedseizoen aangevuld met eivoer. Ook dienen de vogels te beschikken over maagkiezel en grit. Schoon drinkwater en regelmatig een badje mag niet ontbreken.

Geslachtsonderscheid

Uiterlijk is er vrijwel geen verschil tussen de man en de pop. Sommige ervaren kwekers kunnen toch via het uiterlijk het geslacht bepalen. Toch is de bestudering van het gedrag het nauwkeurigst. Zo zingt de man wel en de pop niet.

 

[1] Domesticering: Het tam maken van dieren zodat deze als huisdier dienen.